1. Alle oorlogsvoering vormt een volstrekte ontkenning van ieder mensenrecht.
Oorlog dient als misdaad, oorlogsvoorbereiding als misdaadvoorbereiding te worden
erkend. Militaire opleiding veronderstelt verachting van mensenrechten en kweekt
die aan. Militaire dienst impliceert criminalisering van het menselijk denken.
Martelpraktijken maken een vast bestanddeel uit van ieder militair apparaat in
actie.
2. Dienstweigeringswetgeving is in deze maatschappij vooralsnog onmisbaar. Het
is echter absurd, dat weigeren om mee te doen aan (massale) mensenvernietiging
een uitzonderingspositie betekent. Werkelijke erkenning van de universele betekenis
van de mensenrechten maakt handhaving van het criminele instituut "militaire
dienst" onmogelijk. Ooit zal militaire dienst worden gezien als een verschijnsel
uit een prebeschaafd tijdperk (te vergelijken met het instituut slavernij).
3. Een samenleving die ernst wil maken met de mensenrechten, kiest voor geweldloosheid
als norm en uitgangspunt. Bij de uitoefening van -rechtmatige- politiefuncties
kan niet bij voorbaat en onder alle omstandigheden ieder gebruik van geweld
worden uitgesloten.
4. Het denken in termen van militaire verdediging dient te worden vervangen
door het denken in termen van sociale/geweldloze verdediging. Dat is niet alleen
een vereiste van minimale beschaving, het is ook een eis van rationaliteit,
daar militaire "verdediging" alleen nog maar kan leiden tot collectieve
zelfmoord. Kiezen voor overleven van de mensheid betekent kiezen voor de afschaffing
van alle militaire instituten.
5. Het militaire denken vervangt de norm van het zelfstandig verantwoordelijk
handelen door de norm van de kadaverdiscipline. De door de Nederlandse regering
(gesteund door de rechtspraak) van dienstplichtigen geëiste onvoorwaardelijke
gehoorzaamheid, ook aan bevelen met een strekking die strijdig is met reeds
bindend internationaal recht (onder andere het Handvest van Neurenberg), is
essentieel onrechtmatig en moet worden opgeheven.
6. Als begripsbepaling van het pacifisme is "strijd voor minimalisering
van geweld" een misleidende kwalificatie. Deze formulering wordt zelfs
door beroepsmilitairen veelal onderschreven. Het standpunt kan niet zijn: "Oorlog
mag, maar dan wel met zo min mogelijk geweld". Het standpunt dient te zijn:
totale afwijzing van ieder oorlogsgeweld, als misdaad.
Het verband tussen pacifisme en socialisme
1. De gemeenschappelijke grondslag voor pacifisme en socialisme wordt gevormd
door het uitgangspunt van de eerbiediging van mensenrechten. Noch in het kapitalisme
noch in de oorlogsvoering is deze eerbiediging mogelijk. Tegenover het kapitalisme
dient daarom het socialisme gesteld te worden; tegenover de aanvaarding van
oorlog als middel het pacifisme.
2. De geschiedenis van het kapitalisme is met bloed geschreven. Zowel in de
fase van het commercieel kapitalisme als in de fase van het industrieel kapitalisme,
alsook nog steeds in onze tijd, heeft dit systeem geleid tot afgrijselijke oorlogen.
Aan de koloniale oorlogen -zowel tegen de gekoloniseerde volkeren als tussen
de koloniale mogendheden onderling- lagen directe uitbuitings- en winstmotieven
ten grondslag. De Golfoorlog vormt het meest recente voorbeeld van een oorlog
met economische, belangen- en machtsmotieven van rijk tegen arm als doorslaggevende
factor.
3. Het bestaan van de tegenwoordige onrechtvaardige internationale, economische
en machtsstructuren betekent het scheppen en instandhouden van felle conflictsituaties
en het uitlokken van oorlogsgeweld.
4. De ontwikkeling van verschillende soorten wapens van massa- vernietiging
en de toenemende mogelijkheden deze wapens goedkoop te produceren en op de markt
te brengen, biedt ook relatief kleine landen toenemende mogelijkheden tot het
ontketenen van catastrofale geweldstoepassingen. Nationale soevereiniteit met
als kenmerk het bezit van een nationale gewapende macht, is verworden tot een
bedreiging voor de mensheid als geheel.
5. Een redelijk functionerende internationale rechtsorde vereist in beginsel
verwerkelijking van voorrang van regels van internationaal recht boven regels
van nationaal recht. In de organisatie van de Verenigde Naties behoort het vetorecht
te worden afgeschaft. Uitspraken van het Internationaal Gerechtshof dienen in
beginsel een bindend karakter te hebben.
6. Zolang nationaal en internationaal kapitalistische structuren overheersen,
zal politiek beleid gericht zijn op het dienen van daaraan gekoppelde belangen.
Er is geen reden om aan te nemen dat daarbij het gebruik van geweld als middel
minder zal worden toegepast dan in het verleden. Een internationale rechtsorde
zal pas een volwaardig begrip kunnen worden, wanneer het rechtsstelsel bevrijd
zal zijn van de koppeling aan overheersende belangen vanuit het kapitalistische
stelsel. Socialisme is daarom voorwaarde voor vredesopbouw.
http://www.stopwapenhandel.org
http://www.vrouwenvoorvrede.nl